Aan de Kennisgroep successiewet is een vraag voorgelegd over de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling bij meerdere schenkingen (waaronder geschonken ondernemingsvermogen) in één kalenderjaar.

A schenkt aan B in februari 2010 ondernemingsvermogen, van € 2.000.000, onder een last van € 400.000. A schenkt aan B in oktober 2010 een geldbedrag van € 700.000. B doet van beide schenkingen aangifte, waarbij voor de schenking in februari 2010 een beroep op toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet 1956 wordt gedaan. De vraag is of bij meerdere schenkingen in één kalenderjaar, waaronder geschonken ondernemingsvermogen, de BOR-vrijstelling op het totaal van de schenkingen van toepassing is. Volgens de kennisgroep is de BOR alleen van toepassing op schenkingen waarbij kwalificerend ondernemingsvermogen wordt verkregen. De BOR geldt niet op andere schenkingen die voor de toepassing van art. 27 SW 1956 met de ‘BOR-schenking’ worden samengeteld. De samentelregel van art. 27 SW 1956 wordt toegepast op schenkingen nadat daarop de eventuele object-vrijstelling (zoals van de BOR) in mindering is gebracht.

Lees ook het thema De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet.

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 35b

Successiewet 1956 27

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 9 juni

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen