Tussentijdse gedeeltelijke aflossingen op de bestaande eigenwoningschuld (EW-schuld) stuiten de 30-jaarstermijn voor renteaftrek niet. Dat blijkt uit een standpunt van de Kennisgroep onroerende zaken.
In de casus heeft een belastingplichtige in 2010 een eigen woning gekocht voor € 200.000. Het volledige aankoopbedrag is gefinancierd. In 2015 sluit hij een lening af van € 30.000 voor een verbouwing. De lening voldoet aan de voorwaarden voor renteaftrek. In 2018 lost de belastingplichtige € 20.000 af op de bestaande EW-schuld van € 200.000. In 2023 bestaat de EW-schuld uit € 180.000 met een resterende aftrektermijn van 17 jaar en een EW-schuld van € 22.000 met een resterende rente- en aflostermijn van 22 jaar.
In 2023 worden de leningen overgesloten naar een andere bank en wordt daarnaast een nieuwe lening afgesloten voor een verbouwing. Voor de bestaande EW-schuld blijven bovenstaande renteaftrektermijn gelden. Voor de nieuwe verbouwingslening van € 50.000 gelden 2 verschillende renteaftrektermijnen. Voor het deel van € 20.000 dat eerder is afgelost, geldt een renteaftrektermijn van 17 jaar. Voor het andere deel van € 30.000 geldt een renteaftrektermijn van 30 jaar.
Lees ook het thema Eigenwoningregeling.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.119a
Wet inkomstenbelasting 2001 3.119c
Wet inkomstenbelasting 2001 10bis.10
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 12 maart
Informatiesoort: VN Vandaag