De Kennisgroep onroerende zaken stelt dat er geen sprake is van een eigenwoningschuld indien de eerste 24 maanden niet op de schuld wordt afgelost.

De onderliggende zaak betreft een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige die een annuïtaire schuld aangaat bij een buitenlandse bank ten behoeve van de bouw of verbouwing van een eigen woning. Het geleende bedrag wordt vervolgens in een nieuwbouw- of verbouwingsdepot gestort. Bij het afsluiten van het depot kwalificeert de nieuwbouwwoning of bestaande woning als eigen woning. Aan kennisgroep is gevraagd of de schuld bij de buitenlandse bank kwalificeert als eigenwoningschuld en zo ja, vanaf wanneer. De kennisgroep beantwoordt de vraag ontkennend. De schuld moet vanaf aanvang voldoen aan de voorwaarden voor kwalificatie van een eigenwoningschuld. Hieronder valt ook de voorwaarde van de contractuele verplichting tot het gedurende de looptijd ten minste annuïtair en in ten hoogste 360 maanden volledig aflossen. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de wetgever bewust heeft gekozen voor een systeem waarbij vanaf het aangaan van de schuld moet worden voldaan aan de voorwaarden voor kwalificatie van eigenwoningschuld. De omstandigheid dat na 24 maanden wel wordt aangevangen met aflossing van de schuld maakt dit niet anders.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.119c

Wet inkomstenbelasting 2001 3.119a

Wet inkomstenbelasting 2001 3,111

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 15 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

673

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen