In de cao Provinciale sector 2022-2023 is een individueel keuzebudget (IKB) opgenomen. De werknemer kan het opgebouwde IKB inzetten voor onder andere het kopen van IKB-verlof. De werknemer kan maximaal 10% van de totale overeengekomen arbeidsduur in het kalenderjaar aan IKB-verlofuren kopen. De berekening van de waarde van een IKB-verlofuur was tot 1 januari 2023 gebaseerd op de waarde van het uurloon van de werknemer op 1 januari van het kalenderjaar waarin hij het IKB-verlof kocht. De cao verstond tot die datum onder loon het salaris, salaristoelagen, IKB en de vergoeding voor overwerk, voor zover overwerk verplicht en structureel onderdeel van de functie is. Na 1 januari 2023 behoort de vergoeding voor verplicht en structureel overwerk niet meer tot de waarde van een IKB-verlofuur. In de jaren 2020-2022 hebben werknemers meer betaald voor een IKB-verlofuur dan zij in 2023 verschuldigd zijn. De werkgevers zijn voornemens om de werknemers die het betreft eenmalig te compenseren door het toekennen van extra IKB-verlofuren in 2023. De werknemer koopt dit verlof niet zelf, de werkgever voegt het saldo toe aan het IKB-verlof. De werkgevers kiezen ervoor om de werknemer niet de mogelijkheid te bieden om een compensatie in geld te ontvangen. Deze eenmalige toekenning van IKB-verlofuren heeft geen consequenties voor de pensioengrondslag, aldus de kennisgroep.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10b
Wet op de loonbelasting 1964 18g
Wet op de loonbelasting 1964 11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 19 april