Een buitenlandse werkgever zonder inhoudingsplicht in Nederland kan de verplichting tot het afdragen van premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet niet verleggen naar een Nederlands concernonderdeel. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep IBR IB niet winst/LB/PH-aanslag.

In de casus is werkgever A gevestigd buiten Nederland en heeft een werknemer in dienst die in Nederland sociaal verzekerd is. Werkgever A is verplicht premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet af te dragen, maar is geen inhoudingsplichtige volgens de Wet LB 1964. A wil deze verplichtingen verleggen naar het Nederlandse concernonderdeel B.

Het werkgeversbegrip voor de werknemersverzekeringen, wijkt af van het begrip inhoudingsplichtige, zoals opgenomen in de Wet LB 1964. In de diverse werknemersverzekeringen is opgenomen dat ook als werkgever wordt beschouwd de aangewezen inhoudingsplichtige, bedoeld in art. 6 lid 6 Wet LB. Daarmee kan een Nederlandse inhoudingsplichtige in de zin van art. 6 Wet LB 1964 een aangewezen inhoudingsplichtige zijn in de zin van de werknemersverzekeringen.

De verleggingsregeling van art. 6 lid 6 Wet LB 1964 is niet van toepassing als de buitenlandse werkgever niet voldoet aan de voorwaarden van inhoudingsplichtigheid zoals gesteld in het tweede of derde lid van dat artikel. De verlegging is alleen mogelijk als werkgever A zelf als inhoudingsplichtige is aangemerkt in Nederland. 

Wetsartikelen:

Zorgverzekeringswet 42

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering 9

Wet financiering sociale verzekeringen 4

Wet op de loonbelasting 1964 6

[Nieuwsbron]

Rubriek: Loonbelasting, Premieheffing

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 14 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

292

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen