De Kennisgroep IBR Vpb & winst stelt dat Nederland op grond van de belastingverdragen met Zwitserland en Duitsland niet verplicht is om bij de inkoop van aandelen de ingehouden dividendbelasting van 15% te verminderen.

A en B, natuurlijke personen woonachtig in Duitsland en Zwitserland, houden elk een belang van minder dan 5% in X bv. X bv besluit deze aandelen anders dan als tijdelijke belegging in te kopen. Nederland heft ter zake van de inkoop 15% dividendbelasting over het verschil tussen de inkoopprijs en het gemiddeld op de aandelen gestorte kapitaal (15% x (€ 175 -/- € 75) = € 15). Duitsland en Zwitserland betrekken de inkomsten uit de inkoop bij A en B in de heffing. Zij beperken de verrekening tot de dividendbelasting die betrekking heeft op het verschil tussen inkoopprijs en verkrijgingsprijs: 15% x (€ 175 -/- € 135) = € 6. De vraag rijst of Nederland op basis van de belastingverdragen met Duitsland en Zwitserland aan A en/of B een vermindering van dividendbelasting dient te verlenen van € 9. De kennisgroep beantwoordt de vraag ontkennend. Op grond van het dividendartikel in de twee belastingverdragen mag Nederland als bronstaat 15% belasting heffen over de door A en B ontvangen inkomsten in verband met de inkoop van aandelen door X bv.

Wetsartikelen:

Wet op de dividendbelasting 1965 3

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting 3

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 3

[Nieuwsbron]

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Dividendbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 1 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

358

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen