De Kennisgroep formeel recht geeft aan dat de redelijke termijn voor een verzuimboete wegens het niet of niet tijdig doen van aangifte aanvangt op de datum van dagtekening van de verzuimboetebeschikking.

De Hoge Raad oordeelt dat de waardebepaling van een onroerende zaak die behoort tot het vermogen van een BV niet dwingend is voorgeschreven in art. 21 lid 5 SW 1956. De uitleg die het hof aan de bepalingen omtrent de waardebepaling heeft gegeven is te ruim.

De Kennisgroep formeel recht geeft aan dat de redelijke termijn voor een verzuimboete wegens het niet of niet tijdig doen van aangifte aanvangt op de datum van dagtekening van de verzuimboetebeschikking.

Er is een nadere analyse gedaan naar de effecten van het afschaffen van de fiscale faciliteiten voor groen sparen en groen beleggen en daarmee ook de afschaffing van de Regeling groenprojecten per 1 januari 2027. Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën informeert de Eerste Kamer over het door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) uitgebrachte rapport.

Hof Amsterdam oordeelt dat het bezwaar gericht tegen de VPB-aanslag 2016 niet ontvankelijk is. Het bezwaar is namelijk ingesteld namens een niet bestaande rechtspersoon en bovendien was Q daartoe niet gemachtigd.