In de casus is belastingplichtige X woonachtig in Nederland en de enige commanditair vennoot van een Nederlandse besloten CV. De Nederlandse stichting Y is de beherend vennoot. De bezittingen van de CV bestaan uit alle aandelen in de Nederlandse vennootschap Z BV. Z BV houdt middellijk, onder meer, belangen in onroerende zaken gelegen in de VS. X draagt alle participaties in de CV over aan de Nederlandse vennootschap Q BV. De overdracht vindt plaats ten titel van agiostorting op reeds bij X uitstaande aandelen in Q BV. Z BV is geen United States real property interest (USRPI).
De overdracht van de participaties in de CV aan Q BV ten titel van agiostorting vormt een belaste vervreemding in de zin van art. 4.12 onderdeel b Wet IB 2001.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.12
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 25 december
Informatiesoort: VN Vandaag