X is in 2019 inwoner van Nederland en heeft met zijn Nederlandse werkgever een ‘tax equalization’-afspraak. Hij ontvangt een nabetaling van loon van zijn voormalige Franse werkgever in Frankrijk. Het heffingsrecht over deze nabetaling is op grond van het Verdrag Nederland-Frankrijk toegewezen aan Frankrijk. X vraagt in de aangifte IB/PVV 2019 om vrijstelling ter voorkoming van dubbele belasting. In 2021 wordt de vrijstelling verleent via de evenredigheidsmethode en verwerkt in de aanslag IB/PVV 2019. Door het progressievoorbehoud bij de vrijstelling volgt uit de aanslag een te betalen bedrag aan belasting, dat leidt tot een lager netto-inkomen dan overeengekomen met de Nederlandse werkgever. Op basis van de ‘tax equalization’-afspraak voert de Nederlandse werkgever van X een nettolooncorrectie door. Volgens de Kennisgroep dient deze nettolooncorrectie verwerkt te worden in het genietingsjaar, namelijk 2021. Tot slot is op de correctie geen voorkoming van dubbele belasting van toepassing omdat de vergoeding volgt uit de Nederlandse dienstbetrekking.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13a
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Loonbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 7 maart
Informatiesoort: VN Vandaag