De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting is van mening dat niet iedere verhoging van het gegarandeerde kapitaal van een kapitaalverzekering eigen woning (hierna: KEW) tot fictieve uitkering leidt.

Vanaf 2013 is het niet meer mogelijk om een nieuwe KEW af te sluiten. Overgangsrecht schrijft voor dat het oude fiscale regime van toepassing is op oude gevallen indien het gegarandeerde kapitaal niet wordt verhoogd en de looptijd niet is verlengd. Als het gegarandeerde kapitaal hoger wordt, leidt dit tot een fictieve uitkering. In een voorgelegde casus roept de tekst van art. 10bis.4 lid 3 sub h Wet inkomstenbelasting 2001 vragen op.

De casus betreft een belastingplichtige die KEW heeft met een gegarandeerd kapitaal van € 177.000 op 31 december 2012. Nadien is dit bedrag meermaals verlaagd. Begin 2023 wordt het verzekerde kapitaal verhoogd tot het oorspronkelijk overeengekomen bedrag. De looptijd blijft ongewijzigd.

Verhoging van het overeengekomen gegarandeerde kapitaal is volgens de kennisgroep mogelijk, mits het overeengekomen gegarandeerde kapitaal op geen enkel moment hoger is dan het gegarandeerde kapitaal op 31 december 2012. Verhoging leidt dan niet tot verlies van het overgangsregime van art. 10bis.2 Wet IB 2001.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 10bis.2

Wet inkomstenbelasting 2001 10bis.4

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 30 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

301

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen