Per 8 juni 2024 vervalt art. X van de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst (V-N 2015/57.6). In dit artikel is de juridische inbedding van de voorzieningen voor het elektronische berichtenverkeer opgenomen.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet meer is gebonden aan het compromis. De inspecteur is verkeerd ingelicht, zodat die zich terecht beroept op dwaling.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet meer is gebonden aan het compromis. X heeft de inspecteur verkeerd ingelicht, zodat die zich terecht beroept op dwaling.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de VPB-aanslag over 2017 al onherroepelijk vaststaat, zodat X BV de aftrekbaarheid van het afwaarderingsverlies niet opnieuw in 2018 ter discussie kan stellen.

De wrakingskamer van Hof Den Haag oordeelt dat de weigering om de zitting uit te stellen en het voornemen om het verzoek om een voorlopige voorziening tegelijk met de hoofdzaak te behandelen geen aanwijzing van vooringenomenheid is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt na de prejudiciële antwoorden van de Hoge Raad dat X recht heeft op een tijdsevenredige berekende ouderenkorting van € 488 in plaats van € 127. De aanslag wordt aldus verlaagd.

Indien een stichting als een afgezonderd particulier vermogen (APV) kwalificeert, voldoet zij niet aan de definitie van de term non-profitorganisatie van art. 1.2 van de Wet minimumbelasting 2024 (WMB). Dat staat in een standpunt van de sub-Kennisgroep pijler 2, onderdeel van de Kennisgroep belastingplicht & kwalificatie rechtsvormen.

Per 22 juni 2024 treedt het Implementatiebesluit Richtlijn openbaarmaking winstbelasting (V-N 2024/16.20) in werking. Uitzondering is art. 11 lid 4 van het implementatiebesluit.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de onroerende zaak die X heeft verkregen niet kan worden aangemerkt als een woning. De inspecteur heeft dan ook terecht het overdrachtsbelastingtarief van 6% toegepast.

Hof Amsterdam oordeelt dat de MRB-naheffingsaanslag terecht aan X is opgelegd. X heeft de auto met Bulgaars kenteken in Nederland namelijk feitelijk ter beschikking gehad. De boete wordt wel verlaagd.

Tijdens de 29e sessie van het VN-comité van taxexperts die van 15 tot en met 18 oktober 2024 in Genève plaatsvond, is gesproken over een aantal wijzigingen van het VN-modelverdrag. Het gaat in dit verband om de invoering van een nieuw artikel over inkomsten uit dienstverlening en een nieuw art. 12C VN-modelverdrag over de belastingheffing over verzekeringspremies.

De Staatssecretaris van Financiën heeft het Besluit deregistratie platformexploitant WIB vastgesteld.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wet aanpassing minimumbelasting 2024 naar de Eerste Kamer gestuurd. Hierin wordt onder andere een mogelijk kwalificerend belastingtegoed en de reikwijdte van de Wet minimumbelasting 2024 ten aanzien van joint-ventures behandeld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd. De in België woonachtige belanghebbende heeft de lijfrente-uitkeringen ten onechte niet aangegeven in de Nederlandse aangiften IB/PVV.

Landen in de Europese Unie lopen jaarlijks meer dan € 100 miljard aan inkomsten mis door belastingontwijking door bedrijven. De maatregelen hiertegen uit Brussel zijn niet waterdicht omdat lidstaten ze verschillend interpreteren. Dat concludeert de Europese Rekenkamer in een nieuw rapport. Hoeveel belastinginkomsten Nederland misloopt, vermeldt het rapport niet.

De Europese Commissie heeft haar oordeel over ongeoorloofde belastingafspraken tussen Nederland en Starbucks nietig verklaard. Het onderzoek nam bijna tien jaar in beslag.

De NOB vraagt om een zekere mate van souplesse voor de timing van de registratieplicht voor exploitanten van cryptoactiva, gezien de onduidelijkheden over de nieuwe regels. Dit schrijft de NOB in haar reactie op de internetconsultatie ‘Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling cryptoactiva’.

De door een Nederlandse ontwikkelaar ontvangen vergoeding voor een softwarelicentie van een in China gevestigde distributeur kwalificeert niet als royalty in de zin van het Verdrag Nederland-China. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep IBR VPB en winst.

De Kennisgroep IBR VPB en winst heeft een standpunt gepubliceerd over de toepassing van het besluit ter voorkoming van dubbele belasting (Bvdb) en belastingverdragen die op het OESO-modelverdrag zijn gebaseerd ten aanzien van door een bancaire instelling ontvangen vergoedingen anders dan interest.