Een belastingplichtige kan in de bezwaarprocedure tegen de herzieningsbeschikking persoonsgebonden aftrek (6.2a-beschikking) zowel aanvoeren dat het vereiste nieuwe feit voor herziening ontbreekt als inhoudelijke gronden aanvoeren die zien op de hoogte van het restant persoonsgebonden aftrek. Dit kan alleen voor zover ze betrekking hebben op het bedrag van de herziening. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst en Kennisgroep formeel recht over de vraag of bezwaar kan worden gemaakt tegen de correctie van de onderliggende aftrekposten in de herzieningsbeschikking persoonsgebonden aftrek.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.2a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 10 juli