De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord wanneer in situaties van co-ouderschap voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt voldaan aan art. 44b Uitv.reg. IB 2001 (versie 1 januari 2021) na het arrest van de Hoge Raad van 30 september 2022, 22/00188, V-N 2022/42.3.
Na het arrest bestaat in situaties van co-ouderschap recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting wanneer het kind in een periode van zes maanden ten minste 78 dagen in een doorgaans repeterend ritme in elk van beide huishoudens verblijft en aan de overige voorwaarden voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt voldaan. Deze periode van zes maanden hoeft niet aaneengesloten plaats te vinden.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 8.14a
Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 44b
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 5 april