De Kennisgroep onroerende zaken heeft naar aanleiding van twee situaties vragen beantwoord over de eind- en aanvangsdatum in het kader van het eigenwoningforfait, indien de belastingplichtige zich in het kalenderjaar van verhuizing wel of niet inschrijft in de BRP op het nieuwe woonadres.

Het komt voor dat de voordelen uit eigen woning tijdsevenredig in aanmerking worden genomen. Dit is het geval als een woning voor de belastingplichtige niet het gehele kalenderjaar een eigen woning is. Voor de aanvangs- en einddatum van de voordelen uit eigen woning wordt uitgegaan van de datum van inschrijving op het woonadres in de BRP.

De eerste situatie die de Kennisgroep behandelt, betreft een belastingplichtige die zich in het kalenderjaar van verhuizing niet op het nieuwe woonadres in de BRP inschrijft. De einddatum van het eigenwoningforfait voor de oude woning en de aanvangsdatum van het eigenwoningforfait voor de nieuwe woning, is dan volgens de Kennisgroep de datum waarop feitelijk is verhuisd.

De tweede situatie betreft een belastingplichtige die zich in het kalenderjaar van verhuizing wel inschrijft op het nieuwe woonadres in de BRP, maar pas op een datum die aanzienlijk eerder of later is dan de feitelijke verhuisdatum. In dergelijke situaties is de einddatum van het eigenwoningforfait voor de oude woning en de aanvangsdatum van het eigenwoningforfait voor de nieuwe woning afhankelijk van het tijdstip waarop de belastingplichtige zich in het jaar van verhuizing inschrijft op het nieuwe woonadres in de BRP.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.112

Wet inkomstenbelasting 2001 3.111

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 24 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

50

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen