Aandelen die worden ingekocht ter dekking van een verplichting uit hoofde van werknemersopties worden beschouwd als een inkoop ter tijdelijke belegging. Aandelen die zijn ingekocht om de conversieplicht bij een converteerbare obligatie af te dekken worden geacht te zijn ingetrokken en daarmee niet te zijn ingekocht ter tijdelijke belegging. Hetgeen bij een dergelijke inkoop wordt uitgekeerd boven het gemiddeld op de aandelen gestorte kapitaal behoort daarom tot de opbrengst. Als aan de voorwaarden wordt voldaan kan inhouding wel achterwege blijven.
Wetsartikelen:
Wet op de dividendbelasting 1965 4c
Wet op de dividendbelasting 1965 3
Rubriek: Huwelijksvermogensrecht, Dividendbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 13 november
Informatiesoort: VN Vandaag