Het inkomensbestanddeel waarop het bijzondere tarief is toegepast, wordt in de middelingsberekening als inkomen meegenomen. Voor de bepaling van de geheven belasting wordt met de daadwerkelijk geheven belasting rekening gehouden. Voor de bepaling van de herrekende belasting wordt uitsluitend rekening gehouden met het tabeltarief en niet met het bijzondere tarief. Dat is het standpunt van de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst over de wijze waarop bij middeling rekening moet worden gehouden met een inkomensbestanddeel waarop een bijzonder tarief is toegepast.

Het gaat in deze situatie om de (fictieve) afkoop van de saldolijfrente op basis van hoofdstuk 2, art. I onderdeel Q lid 3 Invoeringswet Wet IB 2001, waarvoor een bijzonder tarief van 45% gold.

De middelingsregeling is per 1 januari 2023 komen te vervallen. Het laatste tijdvak van drie jaar waarover middeling mogelijk is, betreft de jaren 2022, 2023 en 2024.

Wetsartikelen:

Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 I

Wet inkomstenbelasting 2001 3.154

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 27 juli

72

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen