Een bank mag lijfrentetermijnen vanaf het moment van overlijden tot de overlijdensmelding als loon uit vroegere dienstbetrekking van de overledene blijven behandelen. Dat is het standpunt van de Kennisgroep loonheffing.
Een bank keert lijfrentetermijnen uit aan een rekeninghouder. De rekeninghouder overlijdt vóór de uitkering van de laatste lijfrentetermijn. Het recht op de nog niet uitgekeerde lijfrentetermijnen gaat over op diens erfgenamen of legatarissen. Zolang de bank geen melding van overlijden ontvangt, is de bank echter niet op de hoogte van het overlijden van de rekeninghouder. De uitkeringen lopen in dat geval door op de bankrekening van de overledene onder inhouding van loonbelasting/premie volksverzekeringen (loonheffing) en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw). In voorkomende gevallen kan dit jaren duren. De bank kan gedurende deze periode de goedkeuring uit het besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 21 juni 2022, paragraaf 2.1 (Stcrt. 2022, 18970; V-N 2022/37.5) toepassen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.100
Wet inkomstenbelasting 2001 3.126
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 11
Wet op de loonbelasting 1964 1
Wet op de loonbelasting 1964 34