De Kennisgroep Successiewet heeft een vraag beantwoord of in een specifiek geval sprake is van taakafsplitsing bij een stichting, die niet als schenking wordt aangemerkt.

De casus is als volgt: stichting X heeft als taak het beheren en exploiteren van onroerende zaken ten bate van niet-algemeen nuttige rechtspersonen, die die zaken van haar huren. X verkoopt een bepaalde onroerende zaak en geeft de opbrengst aan de rechtspersonen die die zaak huurden. Deze rechtspersonen richten een nieuwe stichting op die een vervangende onroerende zaak koopt en gaat verhuren aan de rechtspersonen. Zij verstrekken daarbij de verkregen opbrengst als lening aan de nieuwe stichting die daarmee de aankoop financiert.

De vraag is of sprake is van taakafsplitsing, zoals omschreven in het besluit van 13 december 2022, nr. 2022-000023865, V-N 2023/7.12, als de afgesplitste taak en het bijbehorende vermogen in verschillende rechtspersonen terecht komen.

Het antwoord van de kennisgroep is dat alleen sprake is van taakafsplitsing als de ontvangende rechtspersoon de taak en het bijbehorende vermogen krijgt. Als taak en bijbehorend vermogen niet bij elkaar blijven is geen sprake van een situatie als bedoeld in de goedkeuring van het beleidsbesluit.

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 1

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 21 april

32

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen