In de casus wil belastingplichtige het kapitaal van een pre-BHW lijfrente overdragen naar een lijfrenterekening. Na de overdracht kan gebruik worden gemaakt van het overgangsrecht in art. 10a.1 (overbruggingslijfrente) en 10a.12 (tijdelijke oudedagslijfrente) Wet IB 2001, mits aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan. In dat kader kan de waarde in het economisch verkeer (WEV) van de lijfrente per 31 december 2005 en 31 december 2013 van belang zijn. De bank vraagt de verzekeraar door middel van een overdrachtsformulier om deze waarden.
Voor overbruggingslijfrenten is op grond van art. 10a.1 lid 3 Wet IB 2001 relevant of na 2005 nog premies zijn betaald. Zo ja, dan mag maximaal voor de WEV per 31 december 2005 een overbruggingslijfrente worden aangekocht.
Voor tijdelijke oudedagslijfrenten is op grond van art. 10a.12 lid 3 Wet IB 2001 relevant of nog premies zijn betaald na 2013. Is dat het geval, dan mag voor maximaal de WEV per 31 december 2013 een tijdelijke oudedagslijfrente op de voorgeschreven wijze worden aangekocht.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 10a.12
Wet inkomstenbelasting 2001 10a.1
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 8 november
Informatiesoort: VN Vandaag