Aanleiding voor dit standpunt is een casus waarin twee meerderjarige belastingplichtigen met een notarieel samenlevingscontract samenwonen en ingeschreven staan op hetzelfde woonadres. Vanwege medische redenen wijzigt het woonadres van een van de belastingplichtigen. In hun aangiften geven beiden aan géén fiscaal partner te zijn van elkaar. Deze situatie roept de vraag op of deze handeling gelijk staat aan het doen van een schriftelijke kennisgeving aan de inspecteur conform art. 1.2 lid 5 Wet IB 2001 en art. 5a lid 7 AWR.

In dit laatste lid wordt specifiek geschreven over een ‘schriftelijke kennisgeving’. Volgens de kennisgroep duidt dit erop dat los van een eventuele aangifte een kennisgeving aan de inspecteur wordt gezonden. Onder schriftelijke kennisgeving wordt bijvoorbeeld het versturen van een samenlevingscontract verstaan waarin bij verpleeg- en verzorgingshuissituaties het verbreken van het fiscaal partnerschap geregeld kan zijn.

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 5a

Wet inkomstenbelasting 2001 1.2

[Nieuwsbron]