Een tiny house, een verplaatsbare woning die voor maximaal tien jaar op een fundering van betonpalen wordt geplaatst, kan aangemerkt worden als een gebouw voor de eigenwoningregeling of als een woonwagen voor de huurtoeslag. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep onroerende zaken.

Een tiny house, een kleine volwaardige vrijstaande woning, wordt compleet en gebruiksklaar verkocht aan een particulier. De woning is aangesloten op water, riool en elektriciteit. De woning is verplaatsbaar en staat op een fundering van betonpalen. De koper wordt eigenaar van de grond of er wordt een recht van opstal gevestigd.

Een definitie van het begrip gebouw wordt niet gegeven in de Wet IB 2001. Volgens art. 1 van de Woningwet is een gebouw: ‘een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt’. In art. 3.111 lid 1 Wet IB 2001 ligt besloten dat sprake moet zijn van een woning. De woning moet duurzaam met de grond zijn verenigd. Dat de woning slechts voor een bepaalde tijd is verenigd met de grond hoeft een duurzaam karakter niet in de weg te staan.

Voor de Wet op de huurtoeslag moet sprake zijn van een woonwagen als bedoeld in art. 1. Hiervan is sprake bij een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en kan worden verplaatst. De woonwagen moet duurzaam aan een plaats zijn verbonden. Een tiny house valt ook onder de definitie van woonwagen.

Wetsartikelen:

Wet op de huurtoeslag 1

Wet inkomstenbelasting 2001 3.111

[Nieuwsbron]

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet, Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 17 december

Informatiesoort: VN Vandaag

357

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen