In de casus houden X, Y en Z ieder 33 1/3 deel van de participaties in een open CV (OCV). De bezittingen van OCV bestaan uit vastgoed. X, Y en Z hebben ieder ook een persoonlijke holding. De holdings bezitten ieder 33 1/3 deel van de aandelen in een tussenholding (TH BV). In verband met de gevolgen van de WFKR willen X, Y en Z hun participaties in OCV inbrengen in hun persoonlijke holdings tegen uitreiking van aandelen (eerste aandelenfusie). Vervolgens brengen de holdings de participaties in TH BV in tegen uitreiking van aandelen (tweede aandelenfusie). Beide aandelenfusies kwalificeren voor de aandelenfusiefaciliteit van art. XII WFKR. Onder aanvullende voorwaarden geldt een vrijstelling voor eventuele overdrachtsbelasting gevolgen op grond van art. XV WFKR.
Wetsartikelen:
Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen XV
Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen XII
Rubriek: Vennootschapsbelasting, Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 23 december
Informatiesoort: VN Vandaag