Co-ouders hebben beiden recht op aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten wegens de extra uitgaven voor hun kinderen. Het forfaitaire bedrag uit de dieetkostentabel van art. 37 Uitv.reg. IB 2001 moet echter worden verdeeld tussen beide ouders. Hierbij kan worden uitgegaan van de overeengekomen zorgverdeling. Dit staat in een standpunt van de kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst.

Per dieetvolgend persoon kan slechts eenmaal het forfaitaire bedrag in aftrek kan worden gebracht. In art. 6.1 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001 is de eis opgenomen dat uitgaven op belanghebbende dienen te drukken. Co-ouders kunnen dus slechts het deel van het forfait als uitgaven voor specifieke zorgkosten in aftrek brengen dat op hen drukt. Bij de bepaling van de toedeling van het forfaitaire bedrag kan rekening worden gehouden met de zorgverdeling zoals die is afgesproken in het co-ouderschapplan. Per dieetvolgend kind moet worden nagegaan op welke co-ouder de uitgaven voor de meerkosten drukken. Hierbij is van belang dat wanneer een ander (deels) de dieetproducten aanschaft, dit kan worden gezien als een vergoeding in natura aan de andere co-ouder.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.16

Wet inkomstenbelasting 2001 6.1

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 37

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 12 mei

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen