De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een standpunt ingenomen over de toekenning van beursgenoteerde aandelen om niet met een vervreemdingsverbod. Bij het bepalen van de waarde van de aandelen op het genietingsmoment voor de inhouding en afdracht van loonheffingen kan een afwaardering worden toegepast.
De werkgever moet de aandelen in aanmerking nemen naar de waarde in het economisch verkeer. Dit is de waarde van de aandelen op de beurs op het genietingsmoment, zie art. 13 lid 1 Wet LB 1964. Bij de waardering van beursgenoteerde aandelen met een vervreemdingsverbod kan onder voorwaarden worden uitgegaan van onderstaand schema:
Vervreemdingsverbod | Marginale afwaardering | Cumulatieve afwaardering |
1 volledig jaar | 5,50% | 5,50% |
2 volledige jaren | 4,50% | 10,00% |
3 volledige jaren | 3,50% | 13,50% |
4 volledige jaren | 2,50% | 16,00% |
5 volledige jaren | 2,50% | 18,50% |
Als sprake is van een vervreemdingsverbod van langer dan 5 jaren en aan de voorwaarden wordt voldaan, kan een inhoudingsplichtige kiezen tussen een cumulatieve afwaardering van 18,5% of een rekenkundige onderbouwing van een eventueel hoger percentage.
Het schema voor afwaardering is gebaseerd op de toelichting van de staatssecretaris op het afzien van cassatieberoep tegen de uitspraak van Hof Amsterdam van 29 maart 2012, nr. 09/00340, V-N 2012/52.19.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 3 juli
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel