De tekst van art. 4 ATAD1 verzet zich tegen een vrijstelling voor woningcorporaties van de earningsstrippingmaatregel. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep IBR Vpb & winst.
Steeds meer woningcorporaties komen met een beroep op het Unierecht in bezwaar tegen de earningstrippingmaatregel van ATAD1. Door deze maatregel kunnen zij een deel van de rentelasten niet in aftrek brengen. Voortgewentelde rente komt vaak ook niet in aftrek omdat woningcorporaties over onvoldoende winstcapaciteit beschikken. De woningcorporaties stellen dat het Unierecht noopt tot een specifieke vrijstelling voor woningcorporaties van de earningsstrippingmaatregel. De Kennisgroep stelt daarentegen dat art. 4 ATAD1 de lidstaten de mogelijkheid biedt om een vrijstellingsgrond te implementeren, maar dit niet verplicht. Daarnaast kunnen lidstaten kiezen voor een strengere implementatie omdat ATAD1 een minimumharmonisatierichtlijn is. De Uniewetgever heeft verder geen beoordelingsfout gemaakt door sociale woningbouw niet te begrijpen onder art. 4 lid 4 onderdeel b ATAD1. Het primaire Unierecht wordt ook niet geschonden door niet te voorzien in een dergelijke vrijstelling.
Rubriek: Vennootschapsbelasting, Europees belastingrecht
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 13 maart
Informatiesoort: VN Vandaag