X bv verzoekt de Staatssecretaris van Financiën om de binnen de Belastingdienst gebruikte stukken te publiceren met betrekking tot de voorwaarden voor het bestaan van een BTW-f.e. De staatssecretaris beslist dat de in de stukken genoemde kennisgroepstandpunten niet vallen onder de reikwijdte van het verzoek. De kennisgroepstandpunten zijn namelijk persoonlijke beleidsopvattingen, waartoe het verzoek zich niet uitstrekt. Verder zijn de onderdelen uit het ‘Handboek Omzetbelasting’ die onder de reikwijdte van het verzoek vallen reeds openbaar gemaakt.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de staatssecretaris zich ten onrechte op het standpunt stelt dat de kennisgroepstandpunten persoonlijke beleidsopvattingen voor intern beraad zijn en daarom niet openbaar gemaakt kunnen worden. De kennisgroepstandpunten worden namelijk breed gedeeld binnen de Belastingdienst en worden in beginsel ook gevolgd als eenzelfde rechtsvraag zich bij een andere inspecteur voordoet. Zij reiken ook verder dan alleen voor een concreet geval en hebben materieel dezelfde waarde als formeel vastgesteld beleid. Dat een kennisgroepstandpunt snel achterhaald kan zijn, is niet van belang.

Voor het ‘Handboek Omzetbelasting’ geldt dat de stelling van de staatssecretaris, dat het bestaande beleid waarnaar verwezen wordt reeds openbaar is, te algemeen van aard is om haar toetsbaar te maken voor de rechtbank. Het is niet aan de rechtbank om in een handboek van bijna 150 pagina’s na te gaan of het beleid waarnaar daarin wordt verwezen reeds openbaar gemaakt is. De rechtbank draagt de inspecteur op om binnen zes weken een nieuwe beslissing op de bezwaren van X bv te nemen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Wet openbaarheid van bestuur 11