Hof Den Haag oordeelt dat X in 2014 niet nogmaals voor toepassing van de tijdelijk verruimde schenkingsvrijstelling kan kiezen. X had de vrijstelling namelijk al in 2013 toegepast.

A schenkt op 12 november 2013 € 70.000 aan zijn dochter, belanghebbende, X. X doet een beroep op de tijdelijk verruimde schenkingsvrijstelling van in totaal € 100.000 (art. 33a SW 1956). Op 12 november 2014 schenkt A € 30.000 aan X. X doet wederom een beroep op de tijdelijk verruimde schenkingsvrijstelling. Volgens de inspecteur is dat echter niet mogelijk. Rechtbank Den Haag oordeelt dat X, door in november 2013 te kiezen voor toepassing van de tijdelijk verruimde schenkingsvrijstelling, in 2014 niet meer voor deze vrijstelling kan kiezen.

Hof Den Haag oordeelt dat de verruimde vrijstelling slechts voor één kalenderjaar geldt. Volgens het hof is de stelling van X, dat de verhoging van de vrijstelling voor een periode van twaalf maanden geldt, ook als deze buiten het kalenderjaar valt, dan ook niet juist. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Lees ook het thema Vrijstellingen schenk- en erfbelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 33a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 7 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen