X bv vraagt in één aanvraag een omgevingsvergunning aan voor de bouw van een grote hoeveelheid woningen. De heffingsambtenaar van de gemeente Moerdijk legt aan X bv een legesaanslag van € 446.322,40 op waarbij rekening is gehouden met een korting vanwege het feit dat de aanvraag meerdere woningen betreft.
Rechtbank Breda oordeelt dat de onduidelijkheden in de verordening niet zodanig zijn dat deze tot onverbindendheid moeten leiden. De verleende diensten worden niet als zodanig in de tekst van de verordening zelf genoemd en het begrip ‘volledige woning' wordt niet nader omschreven (de tarieventabel noemt alleen het tarief per bouwaanvraag voor ‘een volledige woning'). Deze onduidelijkheden laten volgens de rechtbank echter onverlet dat het belastbare feit ondubbelzinnig kan worden opgemaakt uit de verordening en de tarieventabel leges. Verder oordeelt de rechtbank dat de gemeente aannemelijk heeft gemaakt dat binnen de ‘Wabo-kolom' de geraamde baten de geraamde kosten niet overschrijden. De rechtbank oordeelt verder dat de tariefstelling van de gemeente Moerdijk niet onredelijk of willekeurig is. Door een korting van 20% op het tarief toe te passen, houdt de gemeente op een redelijke wijze rekening met het minderwerk dat optreedt bij de beoordeling van bouwplannen voor meerdere woningen. Het beroep van X bv is alleen gegrond vanwege schending van de hoorplicht door de gemeenten in de bezwaarfase.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Breda
Editie: 1 november