Hof Amsterdam ziet in het kleinere bouwvlak van het perceel van X ten opzichte van de referentieobjecten geen reden voor verlaging van de WOZ-waarde. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

X is eigenaar van een woning in de gemeente Bergen. In geschil is de WOZ-waarde 2013. X bepleit verlaging van de waarde van € 1.127.000 naar € 915.000.

Hof Amsterdam (MK III, 22 september 2016, BK/BK-AMS 15/00587, V-N Vandaag 2016/2110) ziet in het kleinere bouwvlak van het perceel van X ten opzichte van de referentieobjecten geen reden voor verlaging van de WOZ-waarde. Deze verschillen in grootte nemen niet weg dat voor alle percelen in de gemeente geldt dat een woning met een inhoud van maximaal 2.200 m³ gebouwd kan worden. Het feit dat het referentieobject over een groter bouwvlak beschikt, betekent dus niet méér dan dat de eigenaar van dit object een grotere vrijheid heeft te beslissen waar hij op het perceel de woning zal neerzetten. Het Hof acht aannemelijk dat de regels die voor de omvang van de opstallen een overwegende invloed hebben op de waarde, terwijl de vrijheid om te kiezen op welke plaats binnen de kavel gebouwd zal worden, van ondergeschikte invloed is. Verder acht het hof aannemelijk dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met een eventuele meerwaarde die uitgaat van deze grotere keuzevrijheid. Ook de overige grieven die X heeft aangevoerd leiden niet tot een lagere waarde dan zoals vastgesteld door de heffingsambtenaar.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 26 april

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen