Belanghebbende, X, onderverhuurt een woning en heeft verder geen inkomsten, noch een vermogen maar in april 2011 koopt hij voor € 20.000 een Mercedes. Na een anonieme klikbrik treft de politie in augustus 2011 in de huurwoning van X een hennepkwekerij aan. Dit leidt in maart 2013 tot een strafrechtelijke veroordeling voor medeplichtigheid aan het aanwezig hebben van een hennepkwekerij. In de ontnemingsprocedure wordt X veroordeeld tot betaling van € 10.400 (13 maanden huurinkomsten). Op grond van de feiten verkregen bij het stafrechtelijk onderzoek corrigeert de inspecteur de nihilaangifte IB 2011 van X met € 61.972 voor vier hennepoogsten. Rechtbank Gelderland verklaart het door X ingestelde beroep ongegrond.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat X inkomsten uit hennepkwekerij heeft genoten, omdat X het op de feiten gebaseerde vermoeden daartoe niet heeft ontzenuwd. Het hof berekent de verschuldigde belasting op (in ieder geval) € 2.290, wat zowel absoluut als relatief aanzienlijk is. Het hof concludeert dat X de vereiste aangifte niet heeft gedaan, zodat de bewijslast moet worden omgekeerd. De schatting van het inkomen van X door de inspecteur kan de redelijkheidstoets doorstaan, omdat de inspecteur niet willekeurig te werk is gegaan, aldus het hof. X toont niet aan dat de aanslag te hoog is. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 4 april