Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de Polen hun werkzaamheden in dienstbetrekking tot de heer X hebben verricht. De boete van 50% is passend en geboden omdat X de vof bewust als dekmantel heeft gebruikt. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, de heer X, is oprichter van een klusbedrijf. Naar buiten toe is het een vennootschap onder firma. Alle firmanten zijn afkomstig uit Polen. Er wordt gewerkt voor meerdere opdrachtgevers. Het werk bestaat onder meer uit metselen, stukadoren en tegels zetten. X en zijn zoon doen de acquisitie en de werkverdeling. In geschil is de aan X opgelegde naheffingsaanslag loonheffing voor 2006 en de vergrijpboete van 50%. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de inspecteur in het gelijk, X gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 5 juni 2015, 13/00607, V-N Vandaag 2015/1555) oordeelt dat de Polen hun werkzaamheden in dienstbetrekking tot X hebben verricht. De verklaringen van de Polen zijn namelijk gedetailleerd en consistent. De boete van 50% is passend en geboden omdat X de vof bewust als dekmantel heeft gebruikt. Aldus heeft X bewerkstelligd dat de loonheffing niet werd betaald. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn wordt de boete met € 2.500 gematigd tot € 65.300. Het beroep van X is slechts in zoverre gegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 25 maart

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen