X is een openbaar lichaam en verleent diensten aan waterschappen. X maakt bezwaar tegen de voldoening op aangifte. In beroep oordeelt de rechtbank dat aan de vereisten van de koepelvrijstelling is voldaan. In hoger beroep is in geschil of X het precieze aandeel in de gezamenlijke kosten terugvordert voor verleende diensten. X stelt dat het vaststellen van een verdeelsleutel altijd in enige mate arbitrair is. Volgens de inspecteur moeten de uitgaven per project zo exact mogelijk worden toegerekend en leiden de diensten tot concurrentieverstoring.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het feit dat de verdeelsleutel deels arbitrair is, niet betekent dat niet enkel terugbetaling van het exacte aandeel in de uitgaven wordt gevorderd. De verdeelsleutel wordt pas gebruikt als het daadwerkelijke gebruik niet op andere wijze kan worden bepaald. X bewijst dat haar diensten niet concurrentieverstorend zijn en kan de koepelvrijstelling toepassen. Doordat het algemeen vermoeden van art. 9a Uitvoeringsbeschikking in strijd is met jurisprudentie van het Hof van Justitie EU oordeelt het hof dat er géén sprake is van concurrentieverstoringen. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 9a
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Omzetbelasting
Editie: 31 december
Informatiesoort: VN Vandaag