Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur geen ‘marge-koerslijsten’ als gedingstukken hoeft te overleggen. Het is namelijk aan X bv om feiten te stellen en, bij betwisting door de inspecteur, aannemelijk te maken die kunnen leiden tot een vermindering van de verschuldigde BPM. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X bv doet BPM-aangifte voor zes auto's en twee motorfietsen en voldoet in totaal € 12.927. Volgens Rechtbank Gelderland beroept X zich voor twee auto's terecht op een gunstiger tussentijds BPM-tarief en kan voor één auto een extra leeftijdskorting worden gegeven. De verschuldigde BPM wordt verlaagd tot € 12.547. X bv gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/37.1.4) oordeelt dat de inspecteur geen ‘marge-koerslijsten’ als gedingstukken hoeft te overleggen. Het is namelijk aan X bv om feiten te stellen en, bij betwisting door de inspecteur, aannemelijk te maken die kunnen leiden tot een vermindering van de verschuldigde BPM. Dit geldt evenzeer voor de kentekengegevens met betrekking tot de door haar geclaimde extra leeftijdskorting. Het beroep van X bv is ook voor het overige ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 14 juli