Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft Kamervragen beantwoord over kortingen op de verhuurderheffing die worden gegeven aan verhuurders.

Een heffingsvermindering voor de verhuurderheffing wordt definitief afgegeven als de investering van de maatschappelijke opgave waarvoor de heffingsvermindering is aangevraagd, daadwerkelijk is gerealiseerd. Dat antwoordt minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties op Kamervragen. In het geval van bijvoorbeeld de heffingsvermindering voor nieuwbouw betekent dit dat pas indien er een nieuwe woning is gerealiseerd, de heffingsvermindering definitief wordt afgegeven en ingezet kan worden om in mindering te brengen op de betalen verhuurderheffing.

De minister zegt er niet veel aan te kunnen doen als de verhuurder de huur van de woning daarna snel verhoogt. De minister is ook niet bereid voor een bepaalde termijn te blijven monitoren dat de woningen onder een bepaalde huurgrens blijven.

Alleen indien een verhuurder de huur van een woning waarvoor een heffingsvermindering is afgegeven binnen een zodanig beperkte tijd en in excessieve mate verhoogt dat aannemelijk is dat op de aanmelding een andere beslissing zou zijn genomen indien dit bij de beoordeling daarvan al bekend zou zijn geweest, biedt de wet maatregelen woningmarkt 2014 II de mogelijkheid dat de uitvoerder van de heffingsverminderingen (de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) de definitieve heffingsvermindering weer intrekt.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Verhuurderheffing

Regelgevende instantie: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Editie: 22 mei

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen