Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de Volvo het gehele jaar aan X ter beschikking is gesteld in de zin van de autokostenfictie-regeling. De kortstondige verhuur van de Volvo doorbreekt dit niet.
Belanghebbende, X, is dga van X bv (hierna: Holding). Via deze Holding verricht X werkzaamheden voor D bv, een kleindochter van de Holding. D bv stelt X een Volvo ter beschikking. Alle kosten voor deze auto worden door D bv gedragen. X is niet in civielrechtelijke dienstbetrekking werkzaam bij D bv. X beschikt over een ‘verklaring geen privégebruik auto’ voor de Volvo. In het jaar 2015 houdt X een rittenadministratie bij. Hij gaat dat jaar twee keer met de Volvo op vakantie en rijdt dan 5621 kilometers. Voor deze vakantieperioden sluit X voor het gebruik van de auto een huurovereenkomst met D bv en betaalt hij een zakelijke vergoeding. Volgens de inspecteur heeft X de Volvo in het jaar 2015 voor meer dan 500 kilometers voor privédoeleinden gebruikt. Gevolg is de in geschil zijnde naheffingsaanslag loonheffingen die aan X is opgelegd.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is de Volvo het gehele jaar 2015 aan X ter beschikking gesteld in de zin van de autokostenfictie-regeling. De tussen X en D bv overeengekomen kortstondige verhuur van de Volvo doorbreekt deze terbeschikkingstelling van de Volvo niet. Nu de ter zake van de twee vakanties met de Volvo gereden kilometers als privé dienen te worden aangemerkt, kan X niet aantonen dat hij de Volvo voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden heeft gebruikt. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema Wet Uitwerking Autobrief II
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13bis
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 26 april