Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de kosten voor de bouw van een garage tot de te activeren aanschaffings- en voortbrengingskosten behoren. Daarop moet worden afgeschreven vanaf het jaar van ingebruikname.
In zijn aangifte IB/PVV 2012 claimt ondernemer X de aftrek van € 7296 'andere kosten'. Het betreffen parkeer-, lunch- en netwerkkosten. Pas bij de rechtbank slaagt X erin om een bedrag van € 3074 aan 'andere kosten' te onderbouwen. In hoger beroep is in geschil of X recht heeft op de aftrek van (voorbereidings)kosten voor de realisatie van een garage bij zijn woning en aftrek van een hoger bedrag aan 'andere kosten'.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden heeft X buiten de facturen voor de garage maar € 3074 aan andere kosten onderbouwd. X heeft echter ruim € 4000 meer aan aftrek geclaimd. Hierdoor is de volgens de aangifte verschuldigde belasting zowel in absolute als in relatieve zin aanzienlijk lager dan de werkelijk verschuldigde belasting. Het hof beslist dat fiscalist X niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Volgt omkering en verzwaring van de bewijslast. X toont vervolgens niet overtuigend aan dat hij recht heeft op een hogere aftrek van de overige kosten. De kosten voor de garage behoren, wat er zij van de etikettering, tot de te activeren aanschaffings- en voortbrengingskosten waarop eventueel pas in 2013 (jaar van ingebruikname) kan worden afgeschreven. Het hoger beroep is ongegrond.
Lees ook de thema's Afschrijving van bedrijfsmiddelen en Informatiebeschikking: stand van zaken
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Wet inkomstenbelasting 2001 3.30
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 2 december