X was in het jaar 2007 kandidaat voor de PvdA voor de Provinciale Staten. X heeft in de jaren 2007, 2008 en 2009 geen inkomsten als lid van de Provinciale Staten genoten. X heeft in zijn aangifte ib/pvv over het jaar 2007 een bedrag aan negatief loon ad € 6706 vanwege een restitutie aan het UWV als negatief inkomen opgegeven en hij heeft een bedrag van € 1215 als negatief resultaat uit overige werkzaamheden in aftrek gebracht. Dit bedrag betreft de kosten gemaakt in verband met campagne- en/of politieke activiteiten ten behoeve van (de verkiezingen voor) de Provinciale Staten. Bij de aanslagregeling heeft de inspecteur deze aftrekposten gecorrigeerd. X komt uiteindelijk in hoger beroep. Hof Amsterdam overweegt in navolging van Rechtbank Haarlem dat X geen enkel bedrag als negatief loon in aanmerking kan nemen. Hij heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij in het jaar 2007 betalingen aan het UWV heeft gedaan. Daarnaast is er geen sprake van een bron van inkomen wat betreft de campagne-activiteiten. Hiervan is pas sprake als met de activiteit - in dit geval de werkzaamheden die gericht waren op het gekozen worden tot lid van de Provinciale Staten van Utrecht - voordeel werd beoogd en redelijkerwijs te verwachten viel. Gezien de politieke verhoudingen in het jaar 2007 was het niet denkbaar dat X verkozen zou worden en dat hij stond op een onverkiesbare plaats. Aangezien er geen sprake is van een bron van inkomen, zijn de kosten niet aftrekbaar. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 art. 3.90