Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het hospice één economische prestatie verricht die van BTW is vrijgesteld.

Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft het zesde, en tevens laatste, deelbesluit over de kennisgroepstandpunten van de Belastingdienst gepubliceerd.

Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van het onderzoek naar de digitalisering van de aangifte BPM. De staatssecretaris heeft het onderzoek toegezegd op verzoek van het Kamerlid Erkens (VVD).

De door het kabinet voorgestelde vastgoedmaatregel in het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling (36422) geldt voor alle fiscale beleggingsinstellingen (fbi’s). De vastgoedmaatregel kent daarom geen staatssteunrisico's.

Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar het rioolplan en de Financiële verordening niet hoefde te verstrekken. Hij heeft deze stukken niet gebruikt voor de toetsing aan de opbrengstlimiet. Deze stukken vormen daarmee niet op de zaak betrekking hebbende stukken. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Advocaat-generaal Koopman stelt voor om een prejudiciële vraag te stellen over de verrekening van de Belgische bronbelasting. De A-G twijfelt of de volgorde van verrekening van heffingskortingen en bronheffingen anders mag zijn dan die waarop heffingskortingen en dividendbelasting verrekend worden.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat accountant X niet heeft doen blijken dat de beide achteraf opgemaakte kilometeradministraties een betrouwbare weergave zijn van het autogebruik. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Hof Amsterdam oordeelt dat de verkoop van plastic draagtassen een zelfstandige prestatie is. De draagtas is een doel op zich voor de modale consument die geen draagtas bij zich heeft en deze ter plaatse koopt om daarin de boodschappen te vervoeren.

Hof Den Haag oordeelt dat de WOZ-waarde van € 26.000 voor een stuk grond met daarop een geldautomaat niet te hoog is vastgesteld en dat X bv als eigenaar van de geldautomaat terecht een aanslag watersysteemheffing heeft gekregen, ongeacht of gebruik wordt gemaakt van het watersysteem.

De Belastingdienst ontvangt vragen over hoe bezwaar kan worden gemaakt tegen een voorlopige aanslag met belastingrente naar aanleiding van een uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland. De dienst geeft hierover duidelijkheid op het Forum Fiscaal Dienstverleners.

De Europese Commissie geeft een gemeenschappelijk model en formaten voor elektronische verslaglegging voor de openbaarmaking van winstbelasting door grote multinationals (Public CbBR). De uitvoeringsverordening met het model en de formaten treedt op 22 december 2024 in werking.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen heeft de nota naar aanleiding van het tweede verslag bij het Belastingplan 2025 naar de Eerste Kamer gestuurd. Hierin worden de nadere vragen beantwoord na ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag.

Met ingang van 1 januari 2025 geldt een aangepaste definitie van het begrip fonds voor gemene rekening (FGR) in de Wet VPB 1969. Daarnaast is in de Wet IB 2001 het nieuw begrip transparant fonds geïntroduceerd. In dit besluit is beleid opgenomen over deze fondsen. Het besluit dient mede ter verduidelijking van de kwalificatie FGR en transparant fonds.

Jaarlijks publiceert de Belastingdienst de landelijke landbouwnormen. De normen voor eigen verbruik en richtlijnen voor privéverbruik voor 2024 zijn nu beschikbaar.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de reclameactiviteiten niet zijn aan te merken als het drijven van een onderneming en dat het beheer van de oude hypotheekportefeuille ook normaal passief vermogensbeheer is.

De Kennisgroep winstbepaling heeft naar aanleiding van de zogenaamde FBI-vastgoedmaatregel vragen ontvangen over de toepassing van de ruilarresten bij de verkrijging van een belang in een transparant lichaam. In het standpunt worden vijf verschillende praktijksituaties uitgewerkt. In geen van de situaties kunnen de ruilarresten worden toegepast.

Een Duits Sondervermögen met meerdere participanten kwalificeert per 1 januari 2025 als een fonds voor gemene rekening en een Duits Sondervermögen met één participant kwalificeert per 1 januari 2025 als fiscaal niet-transparant. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen.

De Staatssecretaris van Financiën heeft het Bedrag B besluit 2025 gepubliceerd. Het besluit treedt op 1 januari 2025 in werking.

De doorschuiffaciliteit van art. X Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen (WFKR) kan onder voorwaarden worden toegepast als door een voorafgaande aandelenfusie als bedoeld in art. XII WFKR in 2024 het bestaan van de open CV en de vennootschapsbelastingplicht al in 2024 eindigt. De Staatssecretaris van Financiën geeft deze, al eerder aangekondigde, goedkeuring in een wijziging van het Beleidsbesluit doorschuiffaciliteit afschaffing open CV van 20 december 2023, nr. 2023-255883, V-N 2024/6.5.