Mevrouw X bevalt in 2008 op 45-jarige leeftijd van een dochter. De dochter is verwekt door een kunstmatige inseminatie (in-vitrofertilisatie, hierna: IVF). Voorafgaand aan de IVF-behandeling heeft X diverse medische behandelingen ondergaan in Nederland, België en Duitsland. De geslaagde IVF-behandeling heeft in juli 2007 in Spanje plaatsgevonden. In geschil zijn de door X over 2007 geclaimde ziektekosten. X heeft geruime tijd na de bevalling contact gehad met haar ziektekostenverzekeraar over de vergoeding van de IVF-behandeling. Rechtbank Arnhem oordeelt dat de kosten van de IVF-behandeling aftrekbaar zijn. De inspecteur gaat in hoger beroep. Op de zitting verklaart de gemachtigde van X dat de verzekeraar de kosten waarschijnlijk wel zou hebben vergoed als X vooraf om vergoeding had verzocht. Hof Arnhem oordeelt dat de kosten van de IVF-behandeling niet op X drukken, aangezien zij de kosten niet op de verzekeraar heeft verhaald. Wanneer iemand namelijk kosten op een ander kan verhalen en ervoor kiest om dit verhaalsrecht niet uit te oefenen, dan drukken de kosten niet, tenzij niet in redelijkheid kan worden verlangd dat de kosten op die ander worden verhaald. De stelling van de inspecteur dat de IVF-behandeling geen medische behandeling is, behoeft daarom geen bespreking. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17