Hof Den Haag oordeelt dat de kosten van het leggen van een vloerbedekking, van welke aard dan ook, huurderslasten vormen. X kan de kosten van het leggen van het parket dan niet in aftrek brengen.

X koopt in 2011 een appartement in flatgebouw A, een rijksmonument. In haar IB-aangifte 2011 brengt X een bedrag van € 10.000, voor het aanleggen van een parketvloer, in aftrek als kosten voor rijksmonumentenpanden. De inspecteur is van mening dat er geen sprake is van herstel in oude toestand. Verder stelt de inspecteur dat er sprake is van herinrichtingsuitgaven die kwalificeren als niet aftrekbare huurderslasten. Rechtbank Den Haag oordeelt dat X de kosten voor het aanleggen van het parket in aftrek mag brengen als kosten voor rijksmonumentenpanden. De rechtbank overweegt daarbij dat het appartement op het moment van aankoop in slechte staat verkeerde doordat het 44 jaar bewoond was geweest door één familie, en daarna 3 jaar leeg had gestaan. Volgens de rechtbank heeft X dan ook aannemelijk gemaakt dat het vervangen van de parketvloer nodig was om het appartement in bruikbare staat te herstellen. Het gelijk is aan X.

Hof Den Haag oordeelt dat de kosten van het leggen van een vloerbedekking, van welke aard dan ook, huurderslasten vormen. Het hof verwijst daarbij naar het arrest van de Hoge Raad van 5 oktober 1988, nr. 25613, BNB 1988/321. X heeft volgens het hof dan geen recht op aftrek van de kosten van het leggen van het parket. Het hof acht niet van belang dat het parket, na het leggen daarvan, een bestanddeel van de woning is geworden. Volgens het hof is daar namelijk bij behang ook sprake van. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.31

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 31 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen