Rechtbank Noord-Nederland beslist dat een deel van de gemaakte restauratiekosten van een monument aftrekbaar is.

Belanghebbende, X, voert een gezamenlijke huishouding met Y. In het jaar 2009 krijgen  X en Y het appartementsrecht geleverd van een appartement dat onderdeel uitmaakt van een monumentenpand. Het appartement bevindt zich op de bovenverdieping. Op de benedenverdieping is horeca gevestigd. In het jaar 2000 heeft er een hevige brand gewoed in het pand. Het appartement is casco opgeleverd. X en Y hebben het casco laten afbouwen om het appartement geschikt te maken voor bewoning. De afbouw heeft zo'n € 70 000 gekost. De kosten van de afbouw zijn gedeeltelijk in het jaar 2009 en gedeeltelijk in het jaar 2010 gemaakt. In zijn aangifte ib/pvv over het jaar 2009 claimt X zijn aandeel van 50% in de dat jaar gemaakte kosten als uitgaven voor monumentenpanden. De inspecteur staat de aftrek niet toe. X komt in beroep. Rechtbank Noord-Nederland is het met X eens dat na de brand toch nog sprake was van een bron van inkomen. De voorgevel, achtergevel, beide zijgevels, fundering en een deel van de plafondbalken zijn behouden gebleven. Het is niet aannemelijk geworden dat het monument geen potentieel aan rendabele gebruiksmogelijkheden had. De herontwikkeling van het pand na de brand wijst eerder op het tegendeel aldus de rechtbank. Het pand vormde zowel voor als na de brand een bron van inkomen. Vervolgens is de rechtbank van mening dat X aannemelijk heeft gemaakt dat geen sprake is van radicale vernieuwing van het pand. De uitgaven die zijn gemaakt tot restauratie van het monument vormen daarom in beginsel aftrekbare onderhoudskosten. X heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat alle door hem geclaimde kosten als onderhoudskosten zijn aan te merken. De kosten die betrekking hebben op een gashaard, televisie, elektrische vloerverwarming en spiegel duiden eerder op kosten die betrekking hebben op verbetering van de onroerende zaak. Ook de inspecteur heeft de door hem gestelde hoogte van de aftrekbare onderhoudskosten niet aannemelijk gemaakt. De rechtbank stelt de aftrekbare onderhoudskosten in goede justitie vast op € 20 000. Daarvan is de helft aan X toe te rekenen. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.31

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 28 juli

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen