De in België wonende belastingadviseur A houdt de aandelen in Q bvba. Q bvba houdt de aandelen in X2 bvba. X2 bvba houdt via Y bv de aandelen in X1 bv. Tot 2013 participeert X1 bv in een maatschap. In 2013 vindt een reorganisatie plaats, waarna X1 bv aandelen houdt in H bv en Z bv. Binnen deze structuur wordt de werkkracht en expertise van A ter beschikking gesteld. In maart 2013 sluiten X1 bv en X2 bvba een overeenkomst van opdracht. In het kader van deze opdracht verricht X2 bvba fiscale adviesdiensten voor X1 bv. X2 bvba factureert € 106.352 aan X1 bv voor de door haar in 2014 verrichte diensten. De inspecteur corrigeert de aftrek door X1 bv van het bedrag van € 106.352. Tevens legt hij ter behoud van rechten een aanslag op aan X2 bvba.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat er voor X1 bv geen zakelijke reden is om de werkkracht of expertise van A via de overeenkomst van opdracht van X2 bvba in te kopen. De terbeschikkingstelling van de arbeid van A is namelijk al geregeld op grond van de managementovereenkomst. Daarnaast merkt het hof op dat niet aannemelijk is dat X2 bvba over specifieke knowhow beschikt die de vennootschap zelf heeft ontwikkeld en waarvoor X1 bv een zakelijke vergoeding zou zijn verschuldigd. De betaling van € 106.352 zou dan ook niet hebben plaatsgevonden als er geen sprake was van een aandeelhoudersrelatie tussen X1 bv, X2 bvba en de uiteindelijke aandeelhouder, de heer A. X1 bv heeft de betaling van € 106.352 verricht met het oogmerk om X2 bvba als haar (middellijk) aandeelhouder te bevoordelen. Er is dus sprake van een onttrekking aan het vermogen van X1 bv die niet ten laste van haar winst komt. Het gelijk is aan de inspecteur. De aanslag die aan X2 bvba is opgelegd ter behoud van rechten wordt vernietigd.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 23 juni