Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat eiser de met het diepwoelen gemoeide kosten in 2010 ten laste van het resultaat kan brengen.

X is vennoot van een V.O.F., een landbouwbedrijf. De V.O.F. koopt grond waarop bomen geplant zijn. De V.O.F. rooit de bomen en bewerkt de grond met een diepwoeler. De kosten van grondbewerking bedragen € 20.000. De V.O.F. brengt deze kosten ten laste van het resultaat. De inspecteur rekent de kosten van grondbewerking tot de aankoopwaarde van de grond. In geschil is of X de kosten van de grondbewerking in 2010 ten laste van het resultaat kan brengen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X de met het diepwoelen gemoeide kosten in 2010 ten laste van het resultaat kan brengen. Als een belastingplichtige voor zijn bedrijf grond koopt en werkzaamheden verricht om de grond in de staat te brengen waarin hij het voor zijn bedrijf wil gebruiken, maken de kosten van die werkzaamheden deel uit van de aanschafkosten van de grond. Het is de vraag of de grond zich voorafgaand aan het diepwoelen al in die staat bevindt. De inspecteur meent van niet, maar slaagt er niet in deze stelling voldoende te onderbouwen. De rechtbank merkt de werkzaamheden aan als onderhoudswerkzaamheden. X heeft, met een winstaandeel van 7,5%, recht op een kostenaftrek van € 1.500.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 25 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen