Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de aftrek scholingsuitgaven voor 2015 terecht is afgewezen bij gebreke van enige begeleiding of toezicht van een derde. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

X is ingenieur in de informatietechniek. Sinds 1990 werkt hij niet meer beroepshalve en ontvangt hij een uitkering. X verricht in eigen beheer studie en onderzoek naar cybercrime en maakt hiertoe naar eigen zeggen veel kosten. In geschil is of hij hiervoor vanaf 2010 terecht scholingsaftrek claimt en of de kosten in 2018 als negatief resultaat uit overige werkzaamheden (€ 15.755) zijn aan te merken. Voor 2013 en 2014 is X al tot en met de Hoge Raad in het ongelijk gesteld. Desondanks maakt hij in oktober 2019 wederom 'bezwaar' tegen deze en alle andere (navorderings)aanslagen, waaronder twee van zijn echtgenote aan wie de kosten in 2017 en 2018 geheel zijn toegerekend. Rechtbank Noord-Nederland verklaart de meeste beroepen niet-ontvankelijk en twee – 2015 en 2018 - ongegrond. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2022/1916) oordeelt dat de aftrek scholingsuitgaven voor 2015 terecht is afgewezen bij gebreke van enige begeleiding of toezicht van een derde (vgl. HR 25 januari 2008, 41927, V-N 2008/7.9). Voor 2018 ontbreekt een objectieve winstverwachting, ondanks dat veel mensen het werk van X positief zouden beoordelen. Wegens het ontbreken van een bron van inkomen is de kostenaftrek in dat jaar dus uitgesloten. De rechtbank had het beroep van X voor 2017 ongegrond in plaats van niet-ontvankelijk moeten verklaren. X claimde voor dat jaar weliswaar een aftrek van € 0, maar dit sluit niet uit dat hij bij een inhoudelijk gelijk toch bijvoorbeeld een proceskostenvergoeding had kunnen krijgen (vgl. HR 11 april 2014, 13/01903, V-N 2014/18.2). Vernietiging van de uitspraak van de rechtbank blijft achterwege, omdat correctie van het dictum geen belang van X kan dienen. Het hoger beroep van X is ongegrond. X gaat in cassatie, maar motiveert het beroep te laat. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Wet inkomstenbelasting 2001 3.5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 15 juni

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen