In haar aangifte ib/pvv voor het jaar 2011 claimt X onder andere persoonsgebonden aftrek in verband met specifieke zorgkosten en monumentenaftrek. Bij de specifieke zorgkosten gaat het om verblijfskosten in een zorghotel. Het zorghotel is geen AWBZ-instelling.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat specifieke zorgkosten voor een verblijf in een zorghotel aftrekbaar zijn indien en voor zover zij betrekking hebben op verzorging en begeleiding vergelijkbaar met die in een AWBZ-instelling. De rechtbank stelt de aftrekbare specifieke zorgkosten vast op het bedrag dat het zorghotel heeft gefactureerd met toepassing van de vrijstelling van omzetbelasting. Op de facturen van het zorghotel voor het verblijf van X is aan de omzetbelastingspecificatie af te leiden dat het zorghotel zelf de vergoeding splitst in 73% voor zorg (0% omzetbelasting) en 27% voor food & beverages (wel omzetbelasting). Dit leidt tot vermindering van het belastbaar inkomen van X in box 1. De drempel voor aftrek van uitgaven voor monumentenpanden is hoger dan het bedrag waarvan aannemelijk is geworden dat dat namens X en voor haar rekening is betaald, zodat er voor aftrek geen reden is. De inspecteur beroept zich terecht op interne compensatie nu een te laag inkomen in box 3 is aangegeven en belast. Interne compensatie geldt niet voor de premieheffing. Door toepassing van de interne compensatie blijft het bedrag aan te betalen belasting gelijk. De verschuldigde premieheffing wordt wel lager, door de verlaging van het inkomen in box 1. Het beroep is daarom gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Wet inkomstenbelasting 2001 6.31
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 11 november