Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat ook bij op één aanslagbiljet vermelde WOZ-beschikkingen van onroerende zaken gelegen binnen twee verschillende gemeenten moet worden uitgegaan van één bezwaar.
X heeft met succes bezwaar gemaakt tegen WOZ-beschikkingen van Belastingsamenwerking West-Brabant. In hoger beroep is alleen nog de bezwaarkostenvergoeding en de dwangsom wegens niet tijdig beslissen in geschil.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat ook bij op één aanslagbiljet vermelde WOZ-beschikkingen van onroerende zaken gelegen binnen twee verschillende gemeenten moet worden uitgegaan van één bezwaar. Het hof verwijst naar een tweetal arresten van de Hoge Raad (HR 12 april 2013, V-N 2013/19.11 en HR 9 januari 2015, V-N 2015/4.5). In zijn overzichtsuitspraak (V-N 2019/3.23) over de proceskostenvergoeding heeft het hof – anders dan X meent – niet geoordeeld dat in dit soort gevallen altijd een wegingsfactor 1,5 aangewezen is. De rechtbank heeft met juistheid geoordeeld dat een wegingsfactor van 1 volstaat. De rechtbank heeft terecht de heffingsambtenaar tot een dwangsom veroordeeld. Verzending van de brief waarbij de uitspraak op bezwaar is verdaagd is niet aannemelijk gemaakt. Zowel het principale hoger beroep van X als het incidentele hoger beroep van de heffingsambtenaar is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 7:15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 4 mei