Belanghebbende, X, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen de WOZ-waarde van zijn woning. In beroep verschilt X alleen nog van mening met de gemeente Etten-Leur over de hoogte van vergoeding van de kosten van bezwaar.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de gemeente Etten-Leur een vergoeding van € 235 aan X moet vergoeden. Hieraan doet niet af dat op de hoorzitting tegelijkertijd meerdere objecten zijn besproken. Nu deze objecten bij verschillende belastingplichtigen in eigendom zijn, is er (anders dan in HR 28 november 2003, nr. 39.216, V-N 2004/6.10) geen reden voor een matiging van de vergoeding. Hetzelfde geldt voor het feit dat de gemachtigde tijdens de hoorzitting geen nieuwe inzichten naar voren heeft gebracht die hebben geleid tot een verdere verlaging van de WOZ-waarde of de omstandigheid dat de hoorzitting slechts enkele minuten heeft geduurd. Het beroep van X is gegrond, de rechtbank verhoogt de bezwaarkostenvergoeding.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 7:15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 31 juli