X bv drijft een onderneming die zich bezighoudt met de exploitatie van en handel in onroerende zaken. Omdat X bv geen aangifte vennootschapsbelasting doet, legt de inspecteur haar over een aantal jaren (ambtshalve) aanslagen op (ter behoud van rechten). Na een boekenonderzoek sluiten partijen een compromis over onder meer de aanslagen vennootschapsbelasting. In geschil is of X bv na de vermindering van de aanslagen recht heeft op vergoeding van de bezwaarkosten. In het bijzonder is in geschil of sprake is van een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid in de zin van art. 7:15 lid 2, van de Awb. De inspecteur voert aan dat de tegemoetkoming in de uitspraken op bezwaar alleen het gevolg is geweest van de compromissen dan wel van feiten en omstandigheden die hem – door de gebrekkige administratie van X bv – pas in de bezwaarfase zijn gebleken.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv recht heeft op een vergoeding van de bezwaarkosten na de vermindering van de aanslagen vennootschapsbelasting als gevolg van een compromis. De rechtbank stelt voorop dat voor vergoeding geen ernstige mate van onrechtmatigheid of verwijtbaarheid is vereist, zoals blijkt uit de parlementaire geschiedenis (Kamerstukken II, 27.024, nr. 14). De inspecteur heeft in de aanslagfase een aantal fouten gemaakt die hoe dan ook – dus los van het compromis – hadden moeten leiden tot gegrondverklaring van het bezwaar en dus tot een kostenvergoeding. Een integrale kostenvergoeding acht de rechtbank echter niet op zijn plaats. Wel heeft X bv nog recht op een schadevergoeding van € 3500 wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Wetsartikelen:
Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet bestuursrecht 8:73
Algemene wet bestuursrecht 7:15-2