Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen aanmaningskosten. In geschil is of hij recht heeft op vergoeding van de kosten van dit bezwaar.
Hof Amsterdam verwerpt het standpunt van de ontvanger dat het bezwaar van X tegen de aanmaningskosten kenbaar nodeloos was. In dit geval waren de aanmaningskosten niet verschuldigd omdat achteraf bezien al voor het in rekening brengen van de kosten om beleidsmatige redenen aanleiding is geweest om de invordering op te schorten. Dit beleid, dat is neergelegd in art. 75.6 Leidraad Invordering 2008, behoort echter geëffectueerd te worden door middel van vernietiging van de (in de aanmaning begrepen) beschikking aanmaningskosten. In dit geval heeft de ontvanger onvoldoende aannemelijk gemaakt dat X en/of zijn gemachtigde wist(en) of behoorde(n) te weten dat de aanmaningskosten verminderd waren naar nihil, zodat niet gezegd kan worden dat op die grond sprake is van een kenbaar nodeloos bezwaar tegen de aanmaningskosten. Het hoger beroep van de ontvanger is wel gegrond, omdat de rechtbank bij het bepalen van de proceskostenvergoeding niet heeft onderkend dat er sprake was van samenhangende zaken.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15