Belanghebbende, X, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen de WOZ-beschikking. De heffingsambtenaar deelt mee dat hij voornemens is de WOZ-waarde te verlagen van € 646.000 naar € 595.000. Hierna vindt een hoorzitting plaats waarin de gemachtigde een taxatierapport overlegt met een waarde van € 545.000. In beroep is niet langer in geschil de WOZ-waarde, maar enkel of de gemeente terecht heeft geweigerd een kostenvergoeding toe te kennen voor het taxatierapport. Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de kosten van het taxatierapport geen kosten zijn die X redelijkerwijs heeft moeten maken. Toen het rapport werd opgemaakt, was al bekend dat de WOZ-waarde omlaag ging naar € 595.000. Het rapport heeft niet gezorgd voor een verdere verlaging.
Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar en Rechtbank Rotterdam X ten onrechte een vergoeding hebben onthouden voor het taxatierapport. Aan toekenning van een vergoeding voor de kosten van een taxatierapport mag niet de eis worden gesteld dat het daadwerkelijk een bijdrage heeft geleverd aan de beslissing van de Heffingsambtenaar en/of de rechter (vgl. HR 16 november 2012, nr. 11/02517,V-N 2012/58.5). Evenmin staat aan een vergoeding in de weg dat het taxatierapport onjuistheden bevat. Het hoger beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15-2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 17 maart